Spiegelblog 2 Identiteit en onderwijs

Eerder schreef ik over opvoeding en identiteit.  Nu wil ik inzoomen op de keuzes die gemaakt moeten  worden in dit leven. Daarbij stel ik ook kritische vragen. Dat is het gevolg van de belevenissen en de bespiegelingen van de afgelopen maanden. 

 

We hebben in Nederland de vrijheid van onderwijs.  Die is vastgelegd in de grondwet, artikel 23.  (Artikel 23: Het openbaar en bijzonder onderwijs - Nederlandse Grondwet (denederlandsegrondwet.nl) De Nederlandse overheid bekostigd het onderwijs, of dat nu Openbaar, Christelijk, Reformatorisch of islamitisch  enz. is.

Eerst moeten we vaststellen dat dat bijzonder is! Welke andere landen bieden dit voorrecht? 

 

In mijn vorige blog schreef ik over mijn christelijke opvoeding. Als verlengstuk van deze opvoeding werd ik naar een reformatorische basisschool en naar reformatorisch voortgezet onderwijs gestuurd. En ik moet zeggen dat ik daar een goede tijd heb gehad. Het was goed onderwijs op een Bijbelse basis.

De reformatorische zuil bood bescherming. En voor het oog van de buitenstaander was er eensgezindheid. Van binnenuit werd en wordt er eindeloos gediscussieerd over kerkelijke verschillen, Bijbelvertalingen, uiterlijkheden e.d. Maar hebben we die luxe nog echt? Moet het niet om hoofdzaken gaan? Bijvoorbeeld om de Boodschap van de Bijbel in begrijpelijke taal over te brengen? Waar het echt om gaat in dit leven? Zie mijn vorige blog.

 

Ik ging naar een christelijke M.E.A.O. Dat verschil was goed merkbaar. De meeste klasgenoten en docenten deelden niet meer dezelfde waarden die ik meekreeg uit mijn opvoeding. 

Maar ik heb daar niet onder geleden. Het heeft mijn blik verbreed. Je bent immers in de wereld, maar niet van de wereld. Dat wil zeggen dat je als christen wel participeert maar niet met allerlei vormen van vermaak zoals dat buiten de christelijke kring gebruikelijk is. Of moet ik dit nog zelfs anders formuleren?

We kunnen er niet omheen dat er de afgelopen decennia wel wat veranderd is.  Christenen zijn niet allemaal over één kam te scheren als het gaat om keuzes om iets wel te doen of juist niet te doen. Ook de Bijbel schrijft daar al over. De één kon wel wat voor de ander gewetensbezwaren opleverde.

Wat is nu de kunst: Om elkaar daar niet om te veroordelen! Hebben we daar niet iets te leren? Wie we ook zijn en hoe oud we zijn?

 

Uit de bubbel

 

Ik heb bijna 4 jaar mogen werken bij het Reformatorische Hoornbeeck College, wat er trots op is voor de 13e keer de beste ROC van Nederland te zijn. Ik heb daar een goede tijd gehad en ben dankbaar voor de mogelijkheden die ik daar kreeg. Maar soms ergerde ik me ook wel over dingen waar een groot punt van gemaakt werd, maar er niet toe deden.  Van bijzaken werd een hoofdzaak gemaakt.

 

Sinds een paar maanden werk ik nu bij het Albeda College (MBO) , een interreligeuze school waar iederen welkom is wie hij of zij ook is. Ik heb hele andere gesprekken met collega's en studenten en dat is ook logisch. 

 

Ik ben in die paar maanden wel met een andere blik gaan kijken. Of laten we zeggen: een kritische blik. Want hebben wij als christenen niet een taak in deze maatschappij? En komt die taak tot zijn recht als we in de bubbel blijven functioneren? Heeft dat niet het gevaar van een kokervisie in zich? Daarmee bedoel een koker die leeg is, zonder inhoud. 

 

Een aantal dingen zijn me wel opgevallen in die paar maanden. Wat hebben we het toch goed in de Reformatorische gezindte. Op de Rotterdamse school, nog geen 5 kilometer van het Hoornbeeck College, zijn er studenten die zonder ontbijt naar school komen. Ik las pas een boek 'Moeder van 40.000 kinderen', wat gaat over armoede in Rotterdam (1 op de 5 kinderen in Rotterdam leeft in armoede)  Dames kunnen op school gratis maandverband krijgen omdat er vaak geen geld voor is.

Maar dan de geestelijke armoede. Collega's en studenten weten vaak helemaal niets over het christelijk geloof. Wekelijks heb ik er gesprekken over gehad met collega's en studenten in de afgelopen maanden.

Toen een collega zag dat ik bad voor mijn eten vroeg een collega: "Wat zeg je dan André?" Ziedaar de opening voor een gesprek. Maar ook een spiegel naar mezelf. Hoe leg ik het uit? En is mijn bidden geen automatisme, soms gedachteloos? Of denk ik aan iets heel anders tijdens het bidden?

Ik raakte een keer in gesprek met drie meisjes over het verschil tussen het Christelijk geloof en de Islam. Gewoon omdat ze er nieuwsgierig naar waren. 

Daarom ben ik dankbaar dat ik daar mag werken. 

 

Dan nog maar te zwijgen over de kleding van dames die in 99% van de gevallen netter is dan op de Reformatorische scholen. Ik heb studenten die bewust in het kader van eerbaarheid een hoofddoek en bedekte kleding dragen, uit eigen overtuiging.

 

Een moslim zal ook niet accepteren dat er niet eerbiedig met de Koran omgegaan wordt. Hoe wordt er op Reformatorische scholen met de Bijbel omgegaan?

 

De knuppel in het hoenderhok

Hoe komen we uit de bubbel? Artikel 23 van de grondwet komt regelmatig ter sprake in de Tweede Kamer, mijn inziens terecht. Is het een verworven recht of een voorrecht? Zou het niet goed zijn als het artikel geschrapt wordt?  Zou de bubbel een zeepbel blijken te zijn die als je er in prikt verdwijnt?  Welke taak hebben wij als christenen? Laten we ook leren van de christenen uit de vroege kerk!

 

Reacties zijn weer welkom!

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb